Met haar zevenenzeventig levensjaren is Agnes Leewani-Pinas aardig op leeftijd, toch weet de gedreven onderneemster nog niet van ophouden. Ze plant nog altijd cassave en andere gewassen, produceert cassavemeel en verkoopt deze aan klanten. Leewani is geboren en getogen in Ovia Olo in het district Marowijne. Na op verschillende plaatsen te hebben gewoond, keerde ze uiteindelijk terug naar haar geboortedorp en zette daar in augustus 1981 haar hoofdkwartier Agnes Kampu op.

“Ik kom uit een gezin van elf kinderen en heb pas op mijn tiende leren lezen en schrijven”, vertelt ze. Hoewel pater Gerritsen tijdens haar kinderjaren wel regelmatig naar haar dorp kwam, kwam er pas in 1955 een rooms-katholieke lagere school in Ovia Olo. “Die was de eerste school waar ik naartoe ging. Van de eerste schooldag herinner ik me dat er oudere kinderen in de klas zaten. Ik was de flinkste leerling en hield van taal. Mijn eerste meester was George Terimi. Hij was afkomstig van Ovia Olo en was naar zijn dorp teruggekomen.”

Leewani kan zich het geïmproviseerde schooltje nog voor de geest halen, evenals attributen zoals bord en griffel waarmee gewerkt werd. Ze is tot de vijfde klas naar school gegaan, omdat haar ouders het in 1960 genoeg vonden. “Ik ben daarna met school gestopt en ben onder andere cassave, chinese tayer en rijst gaan planten. Naast planten voor eigen gebruik verkocht ik de producten bijvoorbeeld aan houtondernemers.”